20 november 2005

HerinneRing 06162 - 20 november 2005

De vis wordt duur betaald - Zuideinde 398

(ingezonden door een trouwe lezer)
>>
En dan ga je een keertje kijken op het Zuideinde en dan zie je dat het huis van Engel, de klompenboer nog steeds bewoond wordt door de familie Engel. Zowel aan de noord als aan de zuidkant wordt het belend door een houten huis met een puntgevel.

Vanuit het eerdere verhaal richt je dan je belangstelling op nr. 398 aan de zuidzijde.
Een mooi goed in de verf staand houtenhuis met een puntgevel en op de top een echte makelaar. En dan zie je vissen overal. Op de voorgevel een mooi gekleurde vis; op de kop van de aanbouw een wit zwarte vis als makelaar en zelfs op de brievenbus een tekst met “De Twee Vissen”.

De Ring van HerinneRing blijkt dan toch maar helemaal te kloppen.
Enthousiast pak je je fototoestel en wilt dit gaan vastleggen als het sluitende bewijs.
“Mag ik effe wat foto’s nemen”, vraag ik de naar buiten komende bewoner. “Ben je een makelaar of zo” was zijn antwoord. Toen ik uitlegde waarom ik hier kwam en hoe het verhaal luidde was hij meteen akkoord.
Van de vorige bewoner Hein de Jong (rond 1899 dus) was hem niets bekend, die naam had hij nog nooit gehoord. Zijn voorganger in dit huis was ene Buis en die moet er een ontiegelijke tijd geleden al in gewoond hebben.
En van een gevelsteen met twee vissen daar had ie ook nog nooit van gehoord.

Ik wees hem fijntjes zowel op de voorgevel ( een vis naast het huisnummerbord), op de vismakelaar op de aanbouw als op de brievenbus met het opschrift “De Twee Vissen”.
Beter bewijs kon er toch niet zijn?
Lachend vertelde hij me dat zijn achternaam Vis was en dat hij er nu met zijn vrouw ( een Manteltje) – met z’n tweetjes - woonde >> twee visjes.
Maar zijn voorganger (Buis dus) had een dochter die hij kende en daar zou hij navraag doen of zij iets wist van Hein de Jong en de oude gevelsteen.

We weten dus nog steeds niet of die visserman De Jong in 1899 inderdaad op nr. 398 woonde en over de gevelsteen is het laatste woord ook nog niet gesproken.
Maar er woont nu wel ene Vis en die laat zijn naam dus duidelijk uitkomen.
<< (tot zover onze lezer)

Namens de oudheidkamer hartelijk dank voor uw bijdrage aan ons verhaal over het bottertje en de mooie foto's. Doe vooral de groeten aan de "Visjes" bij een volgende gelegenheid, ze zijn van harte welkom in de Leliestraat, want ook van dat inmiddels geannexeerde gedeelte van Oostzaan hebben we nog veel meer prachtige foto's uit de vorige eeuw.
(Vervolg: zie 29 november)