31 maart 2006

Geen HerinnneRing - 31 maart 2006

Van trekschuit tot internet

Wie vroeger reisde, was meestal aangewezen op de benenwagen. Een waterweg gaf toegang tot comfortabeler vervoer en de "rijken" konden zich een rijtuig en/of paard veroorloven.
Voor slechts weinigen was zulks weggelegd en voor het gewone volk was het gewoonweg niet mogelijk om zich aan zulke zaken te wagen, te duur.
Hoe anders is nu deze tijd. De wereld is zo veel kleiner geworden en toch nog even groot.
Menigeen heeft de voetjes al eens in de Middellandse Zee gestoken en ook zij die zich van de Alpen hebben gestort en daarna in de après-ski zijn ook in ons dorp lang niet meer op één hand te tellen.
Toch hebben we het nog lang moeten doen met een ansicht een weekje later.
Ook die tijd is nu voorbij.
Deze blog bereikt u net zo makkelijk uit Guadalajara, Mexico als vanaf thuis. Dat u even verstoken bent van een dagelijkse aflevering heeft dus niets te maken met een onmogelijkheid.
Mogelijk is alles, alleen heb ik nu net even iets leukers te doen.
Tot gauw maar weer.

27 maart 2006

HerinneRing o00012 - 27 maart 2006

Kwatten verboden

Beijing zit eraan te komen of denkt u net als ik nog stiekem Peking? Laatst zag ik dat de politie daar nu extra alert is op spuwers. Een spuugje meer of minder, daar kijkt de lokale Chinees niet van op, maar dat moet nu, in het kader van de komende Olympische Spelen, afgelopen zijn. Openbaar kwatten verboden. Zo hebben wij het ook moeten leren. In de 19e eeuw verschenen er allengs bordjes in de trams en treinen "Niet spuwen". Thuis was dat al langer ongepast, maar daar gebruikte men een kwispedoor of spuwpotje. Misschien niet eens omdat men het vies vond, vies had toen nog een geheel andere dekking, maar vooral tabaksvlekken gaven lelijke bruine vlekken en dat was natuurlijk niet de bedoeling op moeders vloer. Men kwatte dus in de kwispedoor, een potje van versierd aardewerk, email of koper. Meestal vaders, want die zaten danig omhoog met hun tabakssap, het gevolg van de gewoonte om pruimtabak te gebruiken. De meesten hadden dan ook een bijzondere vaardigheid ontwikkeld om hun spuug met een mooie boog precies in de spuwpot te doen belanden. En ging het een keertje mis, dan klonk er steevast de opmerking: "Wie heeft de kwispedoor verplaatst?"

26 maart 2006

HerinneRing 03053 - 26 maart 2006

Van huis, naar thuis

Jaap was dus op zijn minst een dagje naar Rotterdam, zoveel is duidelijk. Maar hoe en met wie en waarom. Het blijft gissen. Een schoolreisje? Dat zou toch wel luxe geweest zijn. Wie weet, de voorkant van de ansicht is zeker verrassend.
Een groep personen allemaal terug te vinden op de Zuiderschool. Allemaal op chique gekleed en poserend voor een professionele fotograaf in Rotterdam, dus de conclusie ligt toch voor de hand: een schoolreis.
We hebben ze niet allemaal kunnen achterhalen, maar wel een aantal. Van achter naar voor vlnr: 1 meneer Kingma (onderwijzer), 2 mevr Hofman - Poot (vrouw van hoofdmeester Hofman), 3 meneer Hofman (hoofdonderwijzer), 4 NN, 5 meester D J van der Kolff, 6 NN; 2e rij (leerlingen) 7 NN, 8 NN, 9 NN, 10 Jacob de Vries, 11 NN, 12 NN, 13 NN, 14 Jan Taams (later dokter); 3e rij: 15 NN Veen, 16 Joke Hofman (dochter), 17 NN, 18 NN, 19 NN, 20 NN, 21 NN; voorste rij: 22 NN, 23 NN Preeker, 24 NN, 25 Cor de Vries, 26 NN.
Wie herkent nog andere leerlingen uit die tijd? Klik voor grotere versie op de plaat!

25 maart 2006

HerinneRing 03054 - 25 maart 2006

Stempels die spreken

In de tijd dat men een ansichtkaart nog kon versturen met een postzegel van 1 cent werkte de posterijen zeker zo efficiënt als vandaag de dag. Wat is hun slogan tegenwoordig ook alweer? Vandaag gepost voor 18 uur, morgen bezorgd. Niets nieuws onder de zon, dat presteerden ze in 1912 ook.
Zeker zonder schreeuwerige spotjes in het reclameblok op de tv, wellicht zelfs zonder enige reclame, ze deden het gewoon en dat was/is wel zo prettig.


Deze ansicht werd op 2 augustus 1912 afgestempeld in Rotterdam en reisde heel duidelijk binnen een dag via Amsterdam en Zaandam naar Oostzaan. Jaap was in Rotterdam en verstuurde zijn kaartje naar S de Vries Jbzn te Oostzaan, nadere aanduiding niet nodig, want het kaartje kwam keurig aan. Om verwarring te voorkomen voegde hij er aan toe dat het in Noord-Holland lag, maar dat is een detail dat waarschijnlijk geen verschil gemaakt had.
Zouden we die 39 EURO centen nu moeten betalen vanwege die reclame?
Het is nu wel ruim 8o keer duurder geworden. Zouden we nu ook 80x zoveel verdienen?

24 maart 2006

HerinneRing 02079 - 24 maart 2006

Gemiste kansen?

Wie tegenwoordig zijn ambities niet volgt, is wellicht toch niet zo goed bezig.
Dat was vroeger wel anders!
Toen gold toch in de eerste plaats dat er brood op de plank moest komen en wat je leuk vond, dat deed je maar in de vrije tijd.
En zelfs dat was niet voor een ieder weggelegd. Wie op het platteland leefde, met moestuinen, vee en pluimvee en zonder stofzuigers en wasmachines werd geacht zijn/haar tijd te besteden en een hobby als lezen werd niet door de vingers gezien.
"Heb jij tijd om te lezen?", zo "dan kan je ook wel het achterend schoonmaken" en vervolgens hielp zuchten geen zier. Het boek ging dicht en de boender was je lot.
Muus Kalf was een begenadigde amateur fotograaf, maar in het dagelijks leven wel degelijk tuinder. Hij had echter wel oog voor "het dagelijkse" en maakte ook aan het begin van de vorige eeuw al kiekjes van mensen in actie. Dat had wat kunnen worden, maar .... de tuin riep.

23 maart 2006

HerinneRing 00103- 23 maart 2006

Het kan niet altijd feest zijn

Te weinig tijd op dit moment, dus even een snelle inhaalslag. Wie kennis heeft aan deze persoon, die ons onbekend is, mag het zeggen.

Dit portretje komt uit de collectie van Muus Kalf. Hij fotografeerde zelf ook dat het een lieve lust had, maar deze foto werd door een professionele fotograaf gemaakt.
W G Kuijer te Amsterdam, een plek die veel Oostzaners in die dagen wisten te vinden.

Het portretje is van het begin van de vorige eeuw.

We hopen stilletjes op een reactie van uw zijde, want helaas is ook op deze achterkant geen kleine notitie gemaakt omtrent de afgebeelde.

Je kan niet altijd geluk hebben.

22 maart 2006

HerinneRing d00790 - 22 maart 2006

Het loopt uit de hand

Zoals gezegd is gisteren de functie van het plaatsen van foto's weer hersteld. Hartverwarmend om te lezen hoeveel lezers van onze site aangaande ons probleem mailtjes stuurden met mogelijke oplossingen en alternatieven om het herstel te bevorderen. Hartelijk dank daarvoor, ook dat is een stimulans om door te gaan met het maken van deze blogs. Of het verschijnen van de persberichten over onze website in de regionale kranten er mee samenviel, hebben we niet echt onderzocht, maar aan toeloop ontbreekt het de laatste tijd bepaald niet. Zelfs Rijkswaterstaat besteed volop aandacht aan de groei en toeloop naar de Oudheidkamer Oostzaan. Wie zich per auto op 's Rijks wegen waagt, wordt welwillend omgeleid, want ook zij zien in dat de oudheidkamer hoe dan ook bereikbaar moet blijven. Pluimpje voor Peijs.

21 maart 2006

HerinneRing cap006 - 21 maart 2006

Soebatten helpt

Het heeft een aantal mailtjes gekost, maar we zijn weer "volledig in de lucht". Op de oude vertrouwde manier kunnen we deze blogs weer voorzien van afbeeldingen en dat is wel zo prettig.
Bijkomend voordeel is dat deze afbeelding weer met een klik op het plaatje is te vergroten. Dat zal de herkenning alleen maar makkelijker maken.

Hier is nog zo'n vraagje over een ver verleden. De kwaliteit laat veel te wensen over, maar het feit dat deze plaat bestaat, maakt veel goed.
De meneer met de hoed is volgens zeggen Dirk Taams, tuinder, Noordeinde 73.
Maar wie is die mevrouw met de witte bef? Als u het weet, stuur dan een berichtje aan ons, als honderd jaar geleden lukt, zal zeventig toch ook moeten lukken.

20 maart 2006

HerinneRing 06584a - 20 maart 2006

Nood breekt wetten

Helaas werkt het uploaden van afbeeldingen nog steeds niet zoals het hoort. Nou is niets zo mooi als het omzeilen van een probleem, het kost echter wel veel meer tijd. Reden waarom ik me nu even permitteer om het op te lossen met recht toe recht aan vragen om hulp bij het herkennen van personen. Ik hoop dat dat een beetje wil lukken, want deze plaatjes kunnen niet groter gemaakt worden.

Wat we er van weten (gehoord hebben) staat in de brontekst. Leugens worden door ons met het grootste gemak overgenomen want we weten het niet beter, u wel?

19 maart 2006

HerinneRing d00029a - 19 maart 2006

De eerste klap . . . .

is een daalder waard. Soms vraag je je wel eens af hoe lang zo'n term het nog zal uithouden. Sinds de invoering van de euro, nu alweer zes jaar geleden, kennen we geen daalder meer. In het vorige geldtijdperk kenden we de gulden als eenheid, daar wordt binnenkort al geschiedenisles over gegeven. Veel en veel ouder is echter het daalder tijdperk. Wij rekenden met daalders, zelfs twee verschillende, nl de waarde daalder = 1,5 gulden en de rijksdaalder eerst als biljet en later als munt. Een vroeg exemplaar kwam ik tegen in ons archief:
Zilverbon uit 1938, de voorloper van onze rijksdaalder. Volgens het opschrift kon dit biljet ook daadwerkelijk tegen zilver worden ingewisseld. Daarin is ook de verklaring van het woord daalder terug te vinden. Het stamt nl van het woord Thaler en de oudste munten werden geslagen in Joachimsthal, waar grote zilvermijnen waren. Het woord werd op vele manieren verbasterd: taller, tolar, tollar en jawel in de Verenigde Staten als dollar. Maar goed, wij kenden dus de daalder, vraag blijft: hoe lang nog?

18 maart 2006

HerinneRing 06385 - 18 maart 2006

Oudheidkamer Oostzaan bundelt kennis van jong en oud via weblog...
Uit de regionale pers

Wat zou het geen prachtig resultaat op kunnen leveren, indien de kennis van de ouderen inzake Oostzaan en het reilen en zeilen in het dorp in de vorige eeuw gecombineerd zou kunnen worden met de kennis en de handigheid van de hedendaagse jeugd met computer en internet.

Welnu, de Stichting Oudheidkamer Oostzaan maakt een en ander voortaan mogelijk via haar nieuwe weblog. Dagelijks verschijnen op de internetsite van de Oudheidkamer foto's en soms ook stukjes tekst waarover men bij de Oudheidkamer geen of onvoldoende informatie heeft. Bedoeling is nu dat de op het web surfende jeugd deze foto's oppikt en er dan hun oudere buren, ouders, grootouders of bejaarde kennissen mee confronteert. Vaak komt er bij een dergelijk "plaatjes kijken" dan een verbazingwekkende hoeveelheid kennis en informatie te voorschijn, die dan weer via de e-mailende jonkies op de site van de Oudheidkamer terecht komt.
Maar niet alleen de jongere generatie maakt gebruik van het internet; gelukkig heeft ook een nog steeds groeiende groep ouderen via het internet de weg naar de website van de Oudheidkamer gevonden. Uit binnen- en buitenland komt er tegenwoordig via de e-mail post bij de Oudheidkamer binnen. Vragen en antwoorden, foto's uit heden en verleden, ja zelfs verhalen uit "die goeie ouwe tijd" komen vanaf de andere kant van de wereld, of juist "van vlak om de hoek" in de Oostzaanse Leliestraat 1 terecht. Informatie waar men bij de Oudheidkamer dolgelukkig mee is, want daarmee kunnen vaak weer vele, soms reeds lang, openstaande vragen beantwoord worden. En iedere dag opnieuw verschijnt er op de internetsite van de Oudheidkamer weer een nieuwe uitdaging van de hand van Joop Giesendanner e.a. of een aflevering uit de serie Historisch Bekeken, dit laatste uit de pen van Rob Veenman.
Nieuwsgierig geworden? Wel, reis dan zelf eens over het web voor een bezoekje aan de site van de Oudheidkamer - óf ga gezellig bij uw kleinkind of bijdehante buurjongen/-meisje op visite en vraag of ze u eens meenemen voor een uitstapje op het web en de site van de Oostzaanse Oudheidkamer. U zult zien, er gaat een wereld aan historische kennis en belevenissen voor u open!

17 maart 2006

HerinneRing sprookje 02 - 17 maart 2006

KLATERGOUD (2)
(ingezonden stuk, vervolg van gisteren)

Binnen de kortste tijd was het dorpje op de hoogte van het wonder. De Oostzaenders die het tweetal de deur hadden gewezen, wisten hun boosheid en teleurstelling nauwelijks in te tomen.
Enkele weken later keerden de monniken terug. Op de IJ-dijk klopten ze bij een huisje aan voor onderdak. De bewoners, Thamis Thamisz en zijn vrouw, waren op de hoogte van het “wonder van Lijsbeth”. De reizigers hoefden nauwelijks hun verzoek te doen. Thamis trók ze bijna zijn huisje binnen. Ze mochten de nacht doorbrengen in de bedstee van het echtpaar, dat zelf op stro zou slapen.
De volgende morgen hoopte Thamis dat de monniken bij hun afscheid dezelfde toezegging zouden doen als bij Lijsbethe Pietersdochter. En dat deden ze. Thamis begreep de geestelijken direct. ‘En nou ga ik eerst es pissen! Ik sta op springen! Dan kan dat het tellen straks niet stoppen!’ schreeuwde hij toen de twee mannen weg waren.’Maak de tafel vast maar leeg!’
En handenwrijvend liep hij naar buiten. Even later klaterde zijn water op de grond.
Tót het middaguur blééf het klateren.
Zó ontstond het riviertje de Twiske.

Nu ben ik zelfs even blij dat er geen foto bij zit, want dat aanzicht was niet appetijtelijk

Deze vertelling is gebaseerd op een volksverhaal uit Limburg. Dat is weer een versie van een legendesprookje dat sinds de oudheid voorkomt in Azië, Noord- en Oost-Afrika, Europa en Amerika.
Bron: Ton Dekker, Jurjen van der Kooi en Theo Meder: “Van Aladdin tot Zwaan kleef aan; Lexicon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variaties.” (1997, Uitg. SUN-Nijmegen)

16 maart 2006

HerinneRing sprookje 01 - 16 maart 2006

KLATERGOUD (1)
(ingezonden stuk)

Twee monniken liepen over het bruggetje dat hen via het Saeghselpad richting de kerk van Oostzaenden leidde. Ze waren enige dagen eerder uit Egmond vertrokken. Het liep tegen de avond. Tijd om in dit dorpje een slaapplaats te zoeken.
Op de kruising bij het kerkje gingen ze rechtsaf het Suydendt op. Bij de huisjes die daar stonden vroegen ze een slaapplaats. Na enkele afwijzingen mochten ze bij een arme weduwe de nacht in de hooischuur doorbrengen. Eerst deelden ze mee in de karige maaltijd van Lijsbeth Pietersdochter.
De volgende morgen vroeg vertrokken ze weer. Bij het afscheid bedankten ze Lijsbeth hartelijk voor haar gastvrijheid. Een van hen zegde haar toe dat haar eerste bezigheid na hun vertrek tot het middaguur zou duren. Lijsbeth wist niet wat ze hiervan moest denken. Ze haalde haar schouders op, sloot de deur achter de monniken en ging aan tafel zitten om te kijken hoeveel geld ze nog had.
Zuchtend begon ze de weinige munten te tellen die ze nog bezat. Tot haar verbazing bleven er maar geldstukken uit haar beurs komen. Zelfs gouden. Ze blééf tellen. Iedere keer dat ze een greep deed, had ze wéér nieuwe munten in haar vingers. Pas toen de zon op zijn hoogst stond, hield de stroom op. Doodmoe legde ze haar hoofd op haar armen. De tafel lag inmiddels vol met met goudstukken.

(Helaas kunnen er nog steeds geen plaatjes worden geplaatst, want die berg goudstukken is een prachtig gezicht. Morgen volgt de rest van het verhaal)

15 maart 2006

HerinneRing 060315 - 15 maart 2006

Internet en blogs schrijven is heel leuk, maar dan moet het wel werken (nog steeds niet dus)

14 maart 2006

HerinneRing 060314 - 14 maart 2006

Helaas zijn er problemen bij Blogger met het uploaden van afbeeldingen en zonder plaatjes vind ik het niet leuk om u met letters lastig te vallen.

13 maart 2006

HerinneRing 05559 - 13 maart 2006

Alweer een opa getraceerd

Krenten uit de pap noemen we dit. Je zou toch haast vermoeden: "Dit wordt niks", maar niet geschoten, altijd mis. In de HerinneRing 03034 - 26 november 2005 plaatsten we een foto uit het begin van de vorige eeuw blij als we waren dat we voor iemand een afbeelding van haar overopa hadden gevonden.
Pech schijnt altijd in drieën te komen, zou geluk dan bij tweevoud horen? Op dezelfde afbeelding stond nog een, niet bij volledige naam genoemde, opa: NN Gedeking. We schrijven wat we weten of te horen krijgen en daar sluipt wel eens een foutje in, onvermijdelijk want de informatie is soms meer dan honderd jaar oud.
NN blijkt dus voor Jan te staan en zijn achternaam is Gediking, dat werd ons vanuit het toch niet naast de deur liggende Friesland gemeld door zijn kleindochter.
Jan Gediking had een rijwielhandel in Oostzaan en was jarenlang machinist op de Oostzaner boot. Ook was hij secretaris van het fanfarecorps "Concordia" en tot zijn overlijden in 1940 erelid. Nou, zulke informatie helpt, want dan hebben we weer wat extra aanwijzingen om hem op te sporen in ons inmiddels rijke archief. Jan zit in de cirkel prominent aanwezig te wezen naast burgemeester Teer.
(Met een klik op de foto krijgt u een groter exemplaar)

12 maart 2006

Historisch Bekeken (52-2) - 12/3/2006

Ganzenveren en kroontjespennen
(vervolg van gister)

Ganzenveren
De stalen pen is pas in de negentiende eeuw uitgevonden en voor die tijd werd er vooral geschreven met de ganzenveer. Daarvoor, tot de zestiende eeuw, was de rietpen hier te lande het meest gebruikte schrijfgerei. Maar in die tijd werd er nog nauwelijks geschreven, deels omdat de meeste mensen nog niet schrijven konden en deels omdat papier en ander schrijfmateriaal nog nauwelijks voor handen was.

Een fragment van de
Grafbrief van Claes Compaen

Met hamer en beitel kon de timmerman zijn merktekens in het hout aanbrengen. Lezen en schrijven was vooral voor een kleine elite. Het gewone volk werd geïnformeerd door fraaie uithangborden, omroepers en verhalenvertellers. De herberg “Het Witte Hert” was dan ook herkenbaar aan het bord waarop een witte hinde zichtbaar was en de brouwerij “De Oranjeboom” werd zichtbaar gemaakt door een tekening van oranjekleurig struikgewas.
De huidige computerschermen worden tegenwoordig overspoeld door icoontjes, kleine afbeeldingen die het betreffende programma vertegenwoordigen. Zo gaan we weer terug in de tijd. Wij moesten vroeger leren schrijven met de kroontjespen en de vulpen en ballpoint waren daarbij uit den boze. Dergelijk modern schrijfgerei zou alleen maar je handschrift verpesten. Nu lijkt het wel alsof velen niet meer een leesbare tekst met de hand kunnen produceren. Schrijven doe je tegenwoordig met een toetsenbord en informatieoverdracht vindt plaats via icoontjes, moderne uithangborden. Zo schreidt de tijd voort en gaan we gelijktijdig weer in de tijd terug. Terug naar de tijd van plaatjes en stadsomroepers. Alleen hebben we de stadsomroepers vervangen door beeldschermen in onze woonkamers en luidsprekers in onze auto’s.

Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en het Zaans Stadsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.

11 maart 2006

Historisch Bekeken (52-1) - 11/3/2006

Ganzenveren en kroontjespennen

Zoals in deze moderne tijd betaamt, schrijf ik deze stukjes op de computer. Maar kun je dat nog schrijven noemen en is typen niet een beter woord? De ganzenveer, de kroontjespen en zelfs de ballpoint wordt tegenwoordig vervangen door het toetsenbord. En het schrijven doe ik ook niet meer met mijn rechter hand, maar met m’n twee wijsvingers. Blind typen met tien vingers heb ik dan ook nooit geleerd, wel het schrijven met kroontjespen en het tekenen met de trekpen. Ook zo’n onding dat allang verdwenen is.

Een fragment van de Grafbrief van Claes Compaen

Schoolbanken
Zoals zo velen van mijn generatie heb ik mijn eerste schooljaren in de ouderwetse schoolbanken doorgebracht. Met z’n tweeën in een bank met een inktpot in het midden. En onder het schrijfblad kon je dan je eigen spullen opbrengen: schriften en boeken en natuurlijk je kroontjespennen en vooral je inktlap. Vooraf gaand aan het schooljaar maakten wij thuis altijd onze eigen inktlappen. Dat was helaas ook noodzakelijk want ik ben ook altijd een flinke sloddervos geweest. Veel van mijn schoolwerk was dan ook besmeurd met inktvlekken, strepen en doorhalingen. Mijn tante was handwerkjuf en zij had voldoende lappen en vooral een bijzondere schaar voor handen. Met die schaar kon je met een zigzag randje knippen zodat wij altijd voorzien waren van een fraaie inktlap. De inktpot in het midden van de schoolbank was voorzien van een schuifdekseltje, een absolute noodzaak want anders droogde de inkt al snel uit. De meester of juf had een grote fles met een speciaal tuutje van waaruit je inktpotje gevuld kon worden. In de hogere klassen mocht je dat zelf doen. (vervolg morgen)

Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en het Zaans Stadsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.

10 maart 2006

HerinneRing o03250 - 10 maart 2006

Drijvend licht

"Wie wat bewaart, heeft wat" is een uitspraak binnen de familie. Waarschijnlijk ingegeven door een ietwat uit de hand gelopen tik om toch maar vooral niets weg te gooien. Mijn opa had dat, mijn vader ook en ik ben er zeker schuldig aan. Naast spullen behelst dat echter ook kennis en dat is niet weg voor slechtere momenten. Als je weet hoe iets werkt of gemaakt kan worden, kan dat zijn voordelen hebben.
Inmiddels zult u begrepen hebben dat we bij de oudheidkamer niet alleen foto's en documenten, maar ook objecten bewaren. Ook die worden gefotografeerd en zo komen ze dan weer bij u, zoals deze afbeelding van zelf gemaakte "drijvertjes" uit de Tweede Wereldoorlog. Met zo'n drijvertje en wat olie maakte men dan weer een lichtpuntje in de donkere dagen van WO II, te vergelijken met onze tegenwoordige waxinelichtjes. Een poging die waarschijnlijk wel tot succes heeft geleid.
Naar aanleiding van het verhaaltje van gister hoorde ik ook over experimenten op zolder, waar "de jongens" niet gehinderd door enige grondige kennis aan het experimenteren waren geslagen met een agressief zuur en iets wat kon draaien en ook dat zou dan licht moeten kunnen opleveren. Helaas heeft dat alleen geleid tot een gat in het plafond, want ook voorzichtigheid was hen nog niet helemaal op het lijf geschreven.

09 maart 2006

HerinneRing o00024 - 09 maart 2006

De duistere oorlog

Ook gedurende de donkere dagen van de oorlog was er soms behoefte aan een lichtpuntje. Naar mate de oorlog vorderde in tijd en de schaarste meer en meer gevolgen ging hebben voor de bevolking in ons land werden de mensen in o.a. Oostzaan ook vindingrijker.
Elektriciteit werd spaarzamer en alternatieven werden bedacht.
Deze noodverlichting werd in de jaren 40-45 bedacht door een dorpsgenoot en bracht nog enig licht in deze duistere dagen.
Een andere veelgenoemde noodoplossing is zeker niet alleen voorbehouden aan Oostzaan, maar werd op veel groter schaal toegepast.
Bij menig gezin, maar ook in sommige bedrijfjes, was het niet ongebruikelijk om een gezinslid of zelfs een klant een tijdje op het zadel van een fiets neer te zetten en vervolgens een aardig eindje te peddelen met als enig doel om met behulp van de dynamo voor een bundeltje licht te zorgen.
Maar zelfs deze alternatieve lichtjes waren voldoende reden om toch voorzichtig te zijn. Wie zich geen rekenschap van gaf dat het geringste spoortje licht, dat naar buiten scheen, redenen waren voor zware straffen door de bezetter, kon zichzelf en zijn gezin toch in enorme problemen brengen.
Wie niet fietste, zat in het donker en wie niet voor verduistering zorgde, zat nog veel donkerder.

08 maart 2006

HerinneRing 060308 - 08 maart 2006

Wandberen en andere beezies

Wanneer men alles goed schoonhoudt, de dekens op tijd lucht en de lakens wast, dan hoeft men geen angst te hebben voor ongedierte in de bedstee. Helaas was deze goede gewoonte niet overal ingeburgerd en uit een relaas van vroeger jaren kwam ik te weten dat tijdens een logeerpartij in Amsterdam hier het een en ander mis was gegaan:
Nadat ze te warskip was geweest en weer thuis kwam, zei ze tegen haar moeder: "Der liepen allemaal beezies op de dekens". Haar moeder erop af en pas nadat ze een schoon laken op het bed had gelegd en de wandberen zich lieten vallen, wilde de familie het geloven.

Wandberen: wandluizen of bedwants die in de naden tussen de planken leven en van menselijk bloed leven. Gezeten tegen de zolder van de bedstee laten zij zich vallen wanneer er vanaf het bed warmte wordt gestraald. Dit laatste kan van een mens zijn of een warmtestralen weerkaatsend wit laken.

Voor wie het idee mocht hebben dat dit niet meer van deze tijd is, verwijs ik naar de website van de GGD in Amsterdam: http://www.ggd.amsterdam.nl/
Wandluizen, ook wel bedwantsen genoemd, zijn insecten die regelmatig worden aangetroffen op plaatsen waar mensen slapen. In het bijzonder hotels en pensions lopen door de snel wisselende gastbezetting een verhoogd risico dit ongedierte in huis te krijgen.
Deze insecten moeten worden bestreden omdat zij door hun steken flinke huidirritaties kunnen veroorzaken en daarnaast een rol kunnen spelen bij het overbrengen van ziekten.

07 maart 2006

HerinneRing 060307- 07 maart 2006

Kom uit de bedstee

Vroeger werd geslapen in een bedstee. Deze was korter dan ons tegenwoordige bed: men sliep in een zittende houding tegen een stapel kussens. Met een koord boven het bed kon de ontwaakte slaper zich overeind trekken, daar is ongetwijfeld een Oostzaans woord voor, maar ik ken het niet. Een van de voordelen van een bedstede was dat hij in de woonkamer kon worden ingebouwd, terwijl hij overdag door de afgesloten deuren toch onzichtbaar was.
Een aparte slaapkamer was daardoor overbodig. Een ander voordeel was dat een bedstee in de winter, doordat het een vrij kleine ruimte was (de kast was niet groter dan het bed zelf), door de lichaamswarmte van de slapers makkelijk opgewarmd kon worden. Hierdoor hoefde er niet gestookt te worden om toch redelijk geriefelijk te kunnen slapen.
Het was voor de meeste Oostzaners een hele omschakeling om de bedstee te verruilen voor een slaapkamer met een echt los staand bed. De woningbouwvereniging had er in ieder geval nog heel wat moeite mee om de huizen zonder bedstee aan de man te brengen. Ten einde raad besloot met de woningen inclusief een ledikant te gaan verhuren, een opmerkelijke vondst.

06 maart 2006

HerinneRing 05992 - 06 maart 2006

De bomen spreken ....

.... en de lezers ook. Opnieuw werd er in een reactie op de afbeelding van gisteren een mailtje gestuurd. Deze keer om duidelijk te maken dat we het wat dat betreft niet zo ver en ook niet zo lang geleden nog kunnen terug vinden in ons eigen dorp.
Er zal een tijdsverschil van ongeveer honderd jaar liggen tussen het schilderij van gister en de kleurenfoto van vandaag. In de zestiger jaren van de vorige eeuw werd dus ook in de Haal te Oostzaan dit kunstje nog toegepast om een botsing in de tuin bij nacht en ontij te vermijden. Bomen zijn hard, sommigen willen ze omhelzen, anderen zien er meer in er alles aan te doen om ze te vermijden.

05 maart 2006

HerinneRing 060305 - 05 maart 2006

Je maakt wat los ....

Leuk hoor, om naar aanleiding van de verhaaltjes over licht dan weer een spontane reactie te ontvangen. Een van onze lezers stuurde me deze fraaie plaat, de exacte locatie is niet bekend, maar het is wel in deze regio. De aanleiding zijn de wit geschilderde bomen op het erf. Een praktische oplossing om in de tijd voor de (buiten) verlichting niet met je kop tegen de bomen op te lopen. Gold hetzelfde voor de witte onderkant van het huis en de schuur, het zou best kunnen, maar weten doe ik het niet. Wie wel eens naar het zuiden reist en daarbij geen gebruik maakt van die snelle, maar oervervelende autobanen, komt die wit geschilderde bomen ook tegen langs de Route National in het Franse landschap. Het zelfde kunstje vindt dus ook heden ten dage nog plaats. Zie je ook meteen weer veel meer sterretjes aan de hemel.

04 maart 2006

HerinneRing 00100 - 04 maart 2006

Bij nacht en ontij

Voor wie was dat vroeger weggelegd? Niet voor de "normaal" hardwerkende mensen. Zij waren meer van het type "met de kippen op stok" en "het krieken van de dag".

Veel en vaak harde handenarbeid, grote gezinnen met vele mondjes, die allemaal gevuld moesten worden. Jus met kaantjes, veel aardappelen, beperkte hoeveelheid groente en af en toe een stukje vlees en was er eens iets over dan ging dat naar Pa, want die moest het hardste werken.
Nou wat moest je dan met al die lampen? Wie slaapt heeft ze niet nodig en wie nog wakker is, heeft zeker niet genoeg te doen?

Toch was er ook in Oostzaan aan het eind van de 19e eeuw behoefte aan verlichting op straat en op enkele schaarse strategische punten branden er 's avonds petroleumlampen, een stuk of vijf voor het hele dorp. Veel uitstraling zullen ze niet hebben gehad en het waren meer bakens dan werkelijk verlichting.

Het groeide echter, van vijf naar elf, van petroleum naar gas en uiteindelijk naar elektriciteit. Maar niet zonder slag of stoot en in beperkte mate, slechts gedurende de wintermaanden brandde het licht en dan nog niet later dan half elf en dat alleen bij donkere maan.

Uit onze eigen annalen komt het antwoord van een burgemeester die, gevraagd naar meer straatverlichting, antwoordde: "Fatsoenlijke mensen komen na 9 uur niet meer op straat".

03 maart 2006

HerinneRing o03005- 03 maart 2006

Licht in duistere zaken

"Draai het licht eens een beetje op", schoot mij zomaar opeens door de gedachte. Misschien vanwege een associatie met al die paarden en een stallamp, wie zal het zeggen? Die uitspraak was natuurlijk in die tijd nogal letterlijk, immers er werden nog olielampen gebruikt en hoe hoger je die draaide des te meer licht was er. Al te hoog kon echter ook weer niet, want dan ging de lamp loeven en was alles binnen de kortste keren zwart en vet van de oliewalm.
Zelfs toen er voor het eerst sprake van elektrisch licht was, ging de uitspraak nog op, want een lichtknopje werd toen nog vaak "omgedraaid" en niet aangeknipt. Tegenwoordig is de draaiknop zelfs weer terug, maar nu in de vorm van een dimmer, ook daarmee kunnen we het licht hoger en lager draaien. En hoe vanzelfsprekend vinden we dat nu niet allemaal, overal licht waar we dat willen. Dat is wel anders geweest.

02 maart 2006

HerinneRing 06503 - 02 maart 2006

Ham, de paardenman

Nog maar een keertje dan. De reeds eerder genoemde Harmen Schaft was blijkbaar een typische paardenman. Ook op deze foto is hij degene die het paard in toom houdt, hetgeen hem ongetwijfeld zeer goed afging. Behalve een band met het paard had hij ook de fysieke kracht om het af te dwingen. Legendarisch zijn de verhalen over zijn ongelooflijke sterkte, over hem wordt verteld dat hij in staat was om met één hand twee melkbussen tegelijk op de kar te laden. Op de foto is duidelijk te zien hoe zwaar dat moet zijn, want links staat Klaas Klz Schaft met twee melkbussen, maar die hangen wel aan een juk en dat draagt heel wat makkelijker. Wie er nog meer op deze afbeelding staat is nog onbekend, wellicht zijn er onder u die hier nog een helpende hand kunnen bieden?

01 maart 2006

HerinneRing 03670- 01 maart 2006

Nog vroeger

We komen nog even terug op de vrachtauto van de laatste dagen. Inmiddels is ook bekend dat het niet een van eerste, maar DE eerste vrachtauto was die de gebroeders Schaft in gebruik namen.
Afbeeldingen uit de tijd van de hondenkar bij "de Schafte" hebben we nog niet gezien, maar het paard hebben we wel. Altijd vergezeld door Harmen Schaft.
Hij vertrok in die dagen voor dag en dauw naar Amsterdam, stak met paard en wagen achter het CS met de pont over en ventte gedurende de dag de melk van de familie Schaft uit in de stad.
's Avonds ging hij op dezelfde manier weer terug, maar dan stopte het paard aan de voet van de dijk vanzelf bij het plaatselijke café, waar Ham zijn dagelijkse borreltje dronk. Of het paard ter plekke ook iets lekkers kreeg vertelt het verhaal niet, maar ingesleten gedrag was het wel.